Published on november 30th, 2016 | by Irene van den Berg
0Zee van flatjes
Als Rotterdamse mag ik vandaag gaan stemmen. Weer een referendum: ik moet ja of nee zeggen tegen een 75 pagina’s tellend document, Woonvisie genaamd. Ik had me voorgenomen de visie te lezen voor deze column, maar ik ben gestrand op pagina 16. Daar lees ik dat Rotterdam op zoek wil naar ‘nieuwe transformatielocaties en herstructureringsgebieden binnen het bestaande stedelijke weefsel’. Pardon?
Waar het referendum eigenlijk om draait, is de sloop van betaalbare woningen. Volgens de gemeente staan er in een aantal Rotterdamse achterstandswijken teveel goedkope pandjes, met alle problemen van dien. De oplossing is: ‘onttrekken van de incourante woonvoorraad en het versterken van woonmilieus’. In gewoon Nederlands: de goedkope woningen slopen en er duurdere voor in de plaats zetten. Of ik daar een voorstander van ben, ja/nee?
Ik woon in een fijne eengezinswoning met tuin in een nette straat. Maar zoals bijna overal in Rotterdam zijn de goedkope flatjes niet ver weg. Ik fiets vaak langs een blok dat vlak op de snelweg staat. Er zit alleen een smalle straat en een geluidscherm tussen de voorbijrazende auto’s en de huizen. De kleur van de bakstenen was ooit beige, maar inmiddels zwart van het roet. Balkons hebben de flatjes niet; niemand wil in de stank zitten. En groen is er ook niet te bekennen, graffiti wel. Achter deze flatjes staan weer andere flatjes en daarachter weer andere. Eén grote zee van flatjes.
Misschien is het elitair, maar ik word altijd een beetje droef als ik daar fiets. Het is belangrijk dat er woningen zijn voor mensen met een kleinere portemonnee. Maar hoe sociaal het is om mensen te laten wonen in huizen die ongezond voor hen zijn, zowel lichamelijk als geestelijk? Ik weet het, de bewoners zijn ook niet geholpen met betere huizen die ze niet kunnen betalen. Ik hoop dat achter al die ambtelijke termen een mooi plan schuilt om ook deze mensen een fijner thuis te geven. Uit de eerste zestien pagina’s kon ik dat helaas niet opmaken.
Ik ga vandaag niet stemmen. Mijn mening over hoe je mensen met verschillende portemonnees samen prettig kunt laten wonen in de stad, is niet te vangen in een simpel ja of nee. Bovendien heb ik het plan niet helemaal gelezen en ik weet ik dus niet waar ik voor stem.
Ik weet dat ik door niet naar het stemhokje te gaan het ja-kamp in de kaart speel. Bij een te lage opkomst gaat het plan namelijk sowieso door. De oppositie vindt dat de arrogantie van de macht. Maar naar het stemhokje te gaan zonder jezelf goed geïnformeerd te hebben, dat vind ik pas écht arrogant.