Published on juni 24th, 2014 | by Irene van den Berg
0We worden hier gracieus oud
Koosje van der Horst (65) woont samen met haar man in een woongroep. ‘We kijken naar elkaar om, maar zitten elkaar niet in de weg.’
Ik zou niet meer anders willen”, zegt Koosje van der Horst (65). Zij en haar man wonen al zeven jaar ‘heel plezierig’ in woongroep Voormekaar in Boxmeer. In totaal zijn er twaalf leeftijdsbestendige woningen, waar ze nu met zeven vrouwen en vijf mannen woont. De jongste is 65, de oudste 85. Wat haar het beste bevalt? “Het evenwicht tussen privacy en sociaal contact. Bijna niets moet. Als je zin hebt in gezelschap, kan dat door een kop koffie te drinken in de gemeenschappelijke ruimte. Maar het moet niet. We kijken naar elkaar om, maar zitten elkaar absoluut niet in de weg.” Mocht er behoefte zijn aan meer hulp of professionele zorg, dan komt die meestal van buitenaf, want: “Dat raakt aan de privacy.” Eén keer per maand is er een gezamenlijke maaltijd en een klusochtend en af en toe een vergadering. Maar het meeste regelt zich vanzelf.
Gracieus
De woningen zijn ruim, er is een schitterende tuin, een logeerkamer en een atelier. “Het is hier gracieus oud worden”, aldus Van der Horst. Totaal anders dan een ‘gewoon’ verzorgingshuis. “Daar worden mensen misschien ook weleens te veel verzorgd, zodat ze het contact met en gevoel voor elkaar eerder verliezen”, meent Van der Horst.
Inmiddels zijn er in Nederland zo’n 250 woongroepen of -gemeenschappen voor senioren. En het aanbod stijgt, merkt ook de Landelijke Vereniging Gemeenschappelijk wonen van Ouderen (LVGO). “Zelfstandig wonen in een woongroep heeft veel voordelen. Bewoners hebben minder behoefte aan professionele zorg en voelen zich minder eenzaam dan 55-plussers die alleen wonen”, stelt Simon Zwart, secretaris van de LVGO. De bewoners vormen samen een vereniging en vaak nemen ze gezamenlijk zorg af of organiseren die.
Prijskaartje?
Aan het wonen in een woongroep hangt natuurlijk een prijskaartje. De woningen in Boxmeer worden bij taxatie verkocht en beginnen bij zo’n €200.000. Daar komt €500 per maand bij voor onder meer de eigen stookkosten, belastingen, klein en groot onderhoud et cetera. Maar goedkoper kan ook. Er bestaan ook woongemeenschappen met huurwoningen. Al komen er de laatste jaren maar weinig woongroepen voor senioren in de sociale sector bij. Woningcorporaties, die de huisbaas zijn van deze woongemeenschappen, hebben minder geld om dergelijke wooncomplexen te bouwen. Ander nadeel: er geldt dan een maximumgezinsinkomen van nog geen €35.000.
Het aanbod van de eerder genoemde woongemeenschappen met particuliere huurwoningen of koopwoningen is wat ruimer. Meestal zijn er wachtlijsten, maar bijvoorbeeld in Boxmeer is bij het ter perse gaan van dit nummer nog een plaats beschikbaar.
Eigen woongemeenschap laten bouwen…
We zien steeds meer groepen die onder collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) gaan bouwen”, vertelt LVGO-secretaris Zwart. Bij CPO treedt een groep particulieren, vaak georganiseerd als vereniging, op als de ontwikkelaar van een nieuw complex. De particulieren hebben volledige zeggenschap over de grond en dragen samen verantwoordelijkheid voor het ontwerp en de bouw van de woningen. Vaak schakelen ze hierbij de hulp van een bouwbegeleider, architect en aannemer in.
Anneke Lenders (70) is, samen met haar man Henk en dochter Lidewij, initiatiefnemer van een groep die onder CPO wil gaan bouwen. De woongroep in Apeldoorn, met de naam WijsWonen, moet in 2016 uit 21 appartementen en een gezamenlijke binnentuin bestaan. Zorg wil Lenders inkopen bij een aangrenzende instelling voor verstandelijk beperkten.
Zelf een woongroep oprichten is niet niks. Lenders en haar dochter hadden flink wat overredingskracht nodig om de gemeente enthousiast te maken zodat er grond beschikbaar kwam. “Inmiddels ziet de gemeente Apeldoorn het helemaal zitten”, aldus Lenders. Ook hebben ze al een groepje geïnteresseerden gevonden op voorlichtingsavonden die ze organiseerden. Maar nog niet genoeg, dus wordt er druk verder gezocht.
…of aansluiten bij ‘n bestaande?
Sluit u zich liever aan bij een bestaande woongroep, kijk dan eens op de website van de LVGO (www.lvgo.nl, 030-820 09 65). Per woonplaats is aangegeven welke seniorenwoongroepen er zijn. Van der Horst adviseert om niet te wachten tot het echt niet meer anders kan. “Wij wonen hier nu zeven jaar en hebben onderling echt iets opgebouwd. Dat maakt de eventuele zorg straks ook makkelijker, omdat je dan al weet wat je aan elkaar hebt.”
Zijn er dan helemaal geen nadelen? Jawel. In een groep wonen past niet bij iedereen. “Gemeenschappelijk wonen heeft ook zijn uitdagingen. Je moet kunnen omgaan met de spanning tussen het op jezelf zijn en deelnemen aan activiteiten. En tussen het vasthouden aan je eigen mening en het accepteren van een groepsbesluit”, waarschuwt Zwart.