Published on september 24th, 2019 | by Irene van den Berg
0Wat als we al het geld in de wereld opnieuw verdelen?
De kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter: de 26 rijkste mensen op aarde hebben samen evenveel als de armste helft van de wereldbevolking. Wat zou er gebeuren als we al het geld in de wereld opnieuw verdelen?
De rijkste mens op aarde, Amazonbaas Jeff Bezos, bezit naar schatting 111 miljard dollar. Een bizarre hoeveelheid geld, die hij van zijn leven niet op krijgt. Zelfs als hij 90 zou worden (hij is nu 55) en er geen cent meer bij zou verdienen, dan zou Bezos elke dag meer dan 8,5 miljoen dollar moeten opmaken om zijn hele vermogen erdoorheen te jagen. Andere optie: hij zou aan alle 18,5 miljoen inwoners van Malawi, een van de armste landen ter wereld, 6.000 dollar kunnen schenken. Een enorme zak met geld voor een land waar het gemiddelde jaarinkomen 367 dollar bedraagt.
De kloof tussen arm en rijk groeit wereldwijd alsmaar, blijkt uit cijfers van ontwikkelingsorganisatie Oxfam Novib. Nooit in de geschiedenis waren er zoveel miljardairs: meer dan 2200 in 2018. De extreem rijken zijn bovendien vermogender dan ooit: de 26 rijkste mensen op aarde hebben bij elkaar opgeteld evenveel als de armste helft van de wereldbevolking. Die leeft van minder dan 5,50 dollar per dag en het is niet ondenkbaar dat dat bedrag verder zal dalen. Volgens Oxfam Novib is de snelheid waarmee extreme armoede afneemt sinds 2013 gehalveerd. De armoede neemt ten zuiden van de Sahara zelfs weer toe.
Alles opnieuw verdelen
Stel je nu eens voor dat we al het geld van de wereld opnieuw zouden verdelen. Natuurlijk zijn er allerlei praktische bezwaren te bedenken: “De vraag is natuurlijk wie dat zou moeten regelen”, is de eerste reactie van Wim Boonstra, bijzonder hoogleraar Economische en Monetaire Politiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam en auteur van het boek Geld (2018). “Het zou mij verrassen als alle rijken – daar vallen jij en ik trouwens ook onder – vrijwillig een enorme stap achteruit zouden zetten om de wereld eerlijker te maken.”
Toch is het een interessant gedachte-experiment, want de groeiende kloof tussen arm en rijk is niet alleen desastreus voor het arme deel van de wereldbevolking. Extreme ongelijkheid is voor iedereen gevaarlijk, stelde de Franse econoom Thomas Piketty eerder in een interview met OneWorld: “Extreme ongelijkheid ondermijnt democratie. Als een kleine groep bijna alle economische middelen in handen heeft, bestaat het principe ‘iedereen is gelijk’ niet meer.” Ook is het voor de wereldeconomie beter als de welvaart eerlijker is verdeeld. Dat komt onder meer doordat superrijken maar een klein percentage van hun geld gebruiken voor consumptie.
Hoeveel geld is er op aarde?
Om ons experiment uit te voeren, moeten we eerst weten hoeveel geld er op aarde is. Die vraag is lastig te beantwoorden, omdat er geen eenduidige definitie van geld is. Meestal wordt de geldhoeveelheid gedefinieerd als al het geld dat op korte termijn opgenomen kan worden, dus niet het geld dat vaststaat op spaarrekeningen. Economen noemen dit narrow money, afgekort: M1. Daarnaast bestaat er ook nog broad money. Broad money bestaat uit narrow money, plus het spaargeld dat je gemakkelijk kunt overmaken naar je betaalrekening (in Nederland dus de saldi op de internetspaarrekeningen). Dat heet M2.
Volgens het World Factbook van de CIA bedroeg de hoeveelheid broad money op de wereld eind 2017 meer dan 90,4 biljoen dollar. Om een idee te geven hoeveel dat is: één biljoen is een 1 met twaalf nullen. Dus 90.400.000.000.000. Als je dat bedrag over 7,5 miljard aardbewoners zou verdelen, krijgt iedereen meer dan 12.000 dollar. Maar het gaat hier dus alleen om cash plus gemakkelijk opneembaar giraal geld. Aandelen, vastgoed en opties blijven bij deze rekensom buiten beschouwing.
De hoeveelheid geld die daarin omgaat is nog vele malen groter. Zo schat internationaal vastgoedadviseur Savills de waarde van al het onroerend goed in de wereld op 217 biljoen. Het gaat dan om de waarde van woningen, kantoren, winkelruimtes, hotels, industrieterreinen en landbouwgrond. De waarde van de wereldwijde aandelen markt ligt rond de 78 biljoen, stelt aandelenbeurs Nasdaq. Nog veel meer geld gaat om in de internationale derivatenmarkt, namelijk 544 biljoen (2018), stelt de Bank for International Settlements (BIS). Derivaten zijn beleggingsinstrumenten die hun waarde ontlenen aan de waarde van een ander goed, zoals aandelen en olie. Opties en swaps zijn voorbeelden van derivaten.
Als je al deze bedragen (spaargeld, vastgoed, aandelen en derivaten) bij elkaar optelt, kom je uit op ruim 929 biljoen dollar. Iedere aardbewoner zou dan bijna 124.000 dollar ontvangen. Al is die rekensom, volgens Boonstra, erg kort door de bocht. “Cash geld of een bedrag dat op een spaarrekening staat, kun je gemakkelijk gebruiken om iets tastbaars te kopen, maar aandelen, vastgoed of derivaten moet je eerst omzetten naar M1 om er iets mee te kunnen doen. Dat is lang niet altijd direct mogelijk, bovendien kan waarde verloren gaan.” Oftewel: als je iets concreets zou willen doen met dat ‘virtuele’ geld bestaat het risico dat een deel van het geld verdwijnt. Denk aan de waarde van een koophuis waarbij het altijd de vraag is of je het bedrag dat het op papier waard is, ook zult krijgen. Het moge duidelijk zijn dat ons experiment met de nodige nuances gepaard zou gaan.
Zak met geld geven?
En dan is er nog het volgende dilemma: haal je mensen structureel uit de armoede door ze een enorm geldbedrag te geven? Armoede bestrijd je niet enkel door een zak geld naar mensen over te maken, stelt Boonstra. “Als je iets wilt doen om de positie van arme mensen te verbeteren, investeer dan in onderwijs. Het onderwijs dat iemand genoten heeft, zegt veel over het inkomen dat diegene later zal genereren”, aldus de bijzonder hoogleraar.
Ook Oxfam Novib ziet investeren in onderwijs, met name voor vrouwen en meisjes, als een zeer effectieve manier om armoede aan te pakken. Evenals geld steken in andere publieke zaken, zoals schoon water, elektriciteit en kinderopvang, zodat vrouwen niet langer hun dagen hoeven te vullen met onbetaald, huishoudelijk werk.
Toch zijn er steeds meer hulporganisaties die van mening zijn dat mensen zelf het beste weten waar ze behoefte aan hebben. Geef ze gewoon geld, is hun boodschap. Een bekend succesverhaal is de Amerikaanse organisatie GiveDirectly, die cash uitdeelde onder de allerarmsten in Kenia, Rwanda en Oeganda. De angst dat mensen het geld vooral uit zouden geven aan drank en drugs bleek ongegrond. De meesten gaven het geld uit aan vee, nieuwe zaden, betere behuizing of onderwijs voor hun kinderen. De organisatie 100weeks geeft ook geld zonder voorwaarden aan vrouwen in Ghana en Rwanda.
Tijdelijk effect
Peter Lanjouw, hoogleraar Ontwikkelingseconomie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, zet zijn vraagtekens bij de langetermijneffecten van dit soort initiatieven. Hij wijst op een experiment waarbij jonge Oegandese ondernemers cash kregen. Na vier jaar waren de resultaten heel gunstig: hun winst was 38 procent hoger dan die van ondernemers die niets hadden gekregen. Toen de onderzoekers na negen jaar opnieuw terugkwamen, stonden de zaken er echter anders voor: hun winst was toen nog maar 4,6 procent hoger dan die van de controlegroep.
Ze hadden op dat moment weliswaar betere huizen en gezondere kinderen, maar het effect van de kapitaalinjectie in hun bedrijf was uitgewerkt. “Geld geven zal op korte termijn zeker armoede verminderen, maar er is geen garantie dat het ook werkt op de lange termijn”, aldus Lanjouw. Bovendien is er volgens de hoogleraar nog weinig onderzoek gedaan naar eventuele negatieve effecten voor de omgeving. “Wanneer je een grote groep mensen geld geeft, kan dat bijvoorbeeld leiden tot prijsstijgingen.”
Als we al het geld op aarde opnieuw zouden verdelen, bestaat dus het risico dat de kloof tussen arm en rijk binnen een paar decennia alweer terug is. Dat blijkt volgens Boonstra ook uit resets van de rijkdom die plaatsvonden in de recente geschiedenis, zij het op kleine schaal. “Na de Tweede Wereldoorlog lagen Europa en Japan volledig in puin. Met een beetje fantasie kun je zeggen dat de verdeling in de wereld even een stuk eerlijker was geworden, al was het op een heel nare manier. Binnen een paar decennia behoorde zowel Europa als Japan echter weer tot de rijkste gebieden in de wereld.”
Armoede en oorlog
Onze hypothetische wereldwijde reset zou dus niet de oplossing zijn. Om de welvaartskloof echt terug te dringen moeten de structurele oorzaken van armoede worden aangepakt, stelt Lanjouw. “Sommige mensen wonen in gebieden die erg afgelegen liggen, waar nauwelijks werkgelegenheid is. Die mensen help je op lange termijn waarschijnlijk niet met een zak geld.”
Een andere structurele oorzaak voor armoede is volgens de hoogleraar oorlog. “Een conflict brengt veel schade toe aan de economie van een land.” Andersom veroorzaakt armoede weer oorlog: veel conflicten in Afrika gaan over vruchtbare grond die door verschillende bevolkingsgroepen wordt geclaimd. Gewapende groepen hebben bovendien vaak baat bij het in stand houden van armoede en conflict, omdat hun criminele activiteiten – zoals handel in opium en cocaïne – in die chaos gedijen. Het is extreem lastig om die vicieuze cirkel te doorbreken.
Het terugdringen van armoede en het tegengaan van de welvaartskloof is dus zelfs lastig in een hypothetisch experiment, waarbij we alle praktische bezwaren terzijde kunnen schuiven. De ongelijkheid zit veel dieper dan het bedrag dat op onze bankrekening staat. Ook als Jeff Bezos, jij en ik bereid zouden zijn om bijna ons hele vermogen te schenken aan arme mensen, dan is het maar de vraag of wij daarmee de armoede uit de wereld zouden helpen.
Wat als we al het geld in de wereld opnieuw verdelen?