Published on december 10th, 2019 | by Irene van den Berg
0‘Onze zorg behoort tot de beste van Europa’, maar is dat wel zo?
We mopperen in Nederland best veel over de zorg. Maar is het gras groener bij de buren? Onze gezondheidszorg in internationaal perspectief.
‘Niet voor niets behoort onze zorg tot de beste van Europa’, staat in het Regeerakkoord. De politiek mag zich graag op de borst kloppen als het om de kwaliteit van ons zorgstelsel gaat.
Er bestaan allerlei internationale vergelijkingen, en het is niet moeilijk om een paar statistieken te vinden die dat positieve beeld bevestigen. De burger denkt er soms wat anders over: Nederlanders klagen veel over de zorg, bijvoorbeeld over de hoge kosten en de lange wachtlijsten. Hoe scoort ons zorgstelsel werkelijk als we het vergelijken met andere landen?
Basispakket
Nederland heeft best een uniek zorgstelsel, met zowel publieke als private elementen. De overheid laat de zorg over aan zorgverzekeraars en -aanbieders die elkaar beconcurreren, maar stelt daar wel voorwaarden aan.
Zo zijn verzekeraars verplicht iedereen te accepteren voor de basisverzekering, ongeacht hoe (on)gezond iemand is. En de nominale premie moet voor iedere verzekerde hetzelfde zijn; het werkgeversdeel van de zorgpremie is inkomensafhankelijk. De inhoud van het basispakket wordt bovendien door de politiek bepaald. Het idee is enerzijds dat ons zorgstelsel solidair en toegankelijk is: niemand valt buiten de boot. En anderzijds dat concurrentie de kwaliteit hoog en de kosten laag houdt.
Welvaartspeil
Maar pakt dat in praktijk ook zo uit? De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) vergelijkt ieder jaar de gezondheidszorg in 35 industrielanden. Uit dat onderzoek blijkt dat de zorgkosten per hoofd van de bevolking bij ons relatief hoog zijn. Op een ranglijst van 35 OESO-landen staan we op plek 8.
Toch is dat niet per se negatief, stelt Willem Jan Meerding, zorgconsultant en oud-medewerker van de Raad voor Volksgezondheid en samenleving. ,,In landen met een hoger welvaartspeil geven inwoners een groter percentage van hun inkomen uit aan zorg. Dat komt doordat mensen gezondheid over het algemeen heel belangrijk vinden.’’
Vergrijzingsgolf
Zo staan Zwitserland, Noorwegen, de VS en Duitsland nog hoger op de lijst als het om zorgkosten gaat. ,,In het geval van Duitsland komt dat doordat de vergrijzing daar verder gevorderd is. In Nederland valt het hoogtepunt van de vergrijzingsgolf in 2040. De zorgkosten zullen hierdoor de komende jaren nog verder stijgen’’, aldus Meerding.
Daar staat tegenover dat we in Nederland met 385 euro een relatief laag verplicht eigen risico hebben. België kent bijvoorbeeld een systeem van ‘remgeld’ waarbij de patiënt iedere keer een bepaald deel van de behandeling moet ophoesten. Daar zit wel een maximum aan, maar dat kan – afhankelijk van het gezinsinkomen – oplopen tot 1910,16 euro per jaar (2019). Ook zijn medicijnen in België duurder dan hier.
Kwaliteit
Niet alleen de kosten, maar ook de kwaliteit van de zorg bepalen of een zorgstelsel goed is. ,,Als je de kwaliteit van de zorg en de levensverwachting van Nederlanders neemt, dan scoren we op de meeste indicatoren gemiddeld. De politiek gelooft graag dat we tot de top behoren, maar in werkelijkheid behoort Nederland eerder tot de middenmoot als je kijkt naar landen met gelijke welvaart’’, aldus Meerding.
De levensverwachting bij mannen is hoger dan in de meeste andere landen, terwijl vrouwen relatief minder oud worden. Verder sterven in Nederland relatief meer mensen aan kanker en relatief minder aan bepaalde hart- en vaatziekten, zo bleek vorig jaar uit een internationale vergelijking van het RIVM en het ministerie van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport).
Op een paar punten scoort onze zorg wel bovengemiddeld. Zoals op toegankelijkheid, blijkt uit de Future Health Index van Philips. Hiermee wordt bedoeld in hoeverre zorg beschikbaar is voor burgers. Daarbij wordt bijvoorbeeld gekeken naar wachtlijsten in ziekenhuizen en de reistijd die een patiënt gemiddeld moet overbruggen om een ziekenhuis te bereiken.
Ook de OESO oordeelt dat de wachtlijsten in Nederland relatief kort zijn. Voor een staaroperatie heeft Nederland bijvoorbeeld de kortste wachttijd van alle OESO-landen. En voor heup- en knieoperaties zijn alleen de wachttijden in Denemarken korter.
Nut van vergelijken
Oké, maar worden we ook wijzer van al die vergelijkingen? Meerding: ,,Zeker wel. Toen een aantal jaren geleden uit internationale vergelijkingen bleek dat de sterftecijfers van pasgeborenen hier relatief hoog zijn, is Nederland daarop gaan sturen. Door de invoering van de 20-weken-echo en het verbeteren van de samenwerking tussen verloskundigen en gynaecologen. Dat heeft tot verlaging van de babysterfte geleid.’’ Toch blijkt uit recente cijfers dat de babysterfte vorig jaar weer iets is gestegen.
,,Vergelijken is één ding. Maar overnemen is een tweede’’, reageert gezondheidseconoom Xander Koolman van Vrije Universiteit Amsterdam. Volgens hem is het lang niet altijd mogelijk om de voordelen van het ene zorgsysteem te ‘transplanteren’ naar het andere systeem.
Singapore
Zo wordt Singapore vaak als voorbeeld gezien van een land waar de zorg goed en goedkoop is. Dat heeft onder meer te maken met de cultuur van de Singaporezen, zo blijkt uit een studie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. ,,Wanneer de grootouders zorg nodig hebben, vangt de familie dit grotendeels op. (…) Jonge gezinnen gaan zelfstandig wonen, maar blijven vaak dichtbij ouders om toch zorg te kunnen verlenen.’’
Volgens Koolman is het zeker interessant om te weten wat er in het buitenland gebeurt. ,,Maar aan sommige dingen binnen ons zorgstelsel zitten we gewoon vast.’’
‘Onze zorg behoort tot de beste van Europa’, maar is dat wel zo?