Fantasiebelasting
Ik heb de fictieve loterij gewonnen. Met die fictieve jackpot ga ik een fictieve villa aan de Franse Côte d’Azur kopen en ook nog een leuke fictieve jacht. Zo groot dat er een fictieve helikopter op kan landen en er permanent een fictieve kleerkast voor het ultraluxe vaartuig staat. Een beetje dagdromen is altijd leuk. Maar ik zou wel raar opkijken als ik voor mijn fantasieën ineens een niet-fictieve aanslag van de fiscus kreeg. Toch is dat precies wat er gebeurt als je vermogensbelasting betaalt.
De Belastingdienst gaat er sinds 2001 van uit dat je vermogen gemiddeld 4 procent winst oplevert. Over dat ‘fictieve rendement’ betaal je 30 procent belasting. – Tenminste als je een aardig spaarcentje hebt. Boven 24.437 euro ga je pas betalen – Maar de spaarrentes zijn al jaren om te janken. Bij de grote banken krijg je op dit moment nog maar een half procent rente. Bij de Belastingdienst dagdromen ze echter nog over fictieve gouden bergen die je met je spaargeld zou kunnen verdienen.
Ik hoopte dat de rechter ze bij de fiscus eens flink wakker zou schudden. Maar helaas. De Hoge Raad vindt het geen punt dat de Belastingdienst een fictief rendement van 4 procent rekent, zo bleek afgelopen week. Dat is een grote tegenvaller voor 3,4 miljoen vermogensbelastingbetalers. De advocaat-generaal, die de Hoge Raad adviseert, zei eerder dat het tarief in strijd is met het recht op eigendom. Het tarief is zo hoog dat het ‘oneigenlijke ontneming’ is, volgens het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens.
Grote woorden, maar de Hoge Raad slaat ze in de wind. Dat komt omdat de advocaat-generaal dit opmerkte naar aanleiding van een zaak uit 2011, toen je volgens de rechters nog wel gemakkelijk 4 procent rendement kon halen. Ik stap in mijn fictieve tijdmachine. En wat blijkt? Bij de grote banken kreeg je toen tussen de 2 en 2,4 procent rente op je spaargeld. Naar de beurs dan maar? Liever niet, 2011 was het jaar van de Griekse eurocrisis en in Nederland werd er 18 miljard aan bezuinigingen aangekondigd. Geen goed jaar voor beleggers, dus. Maar wellicht hadden de hoge rechters wél allemaal een slim beleggingsmannetje.
Staatssecretaris Eric Wiebes, de baas van de Belastingdienst, is blij met de uitspraak. Maar hij zegt ook: ‘We kunnen Nederlanders niet belasten op een rendement van 4 procent op een moment dat dat niet meer haalbaar is.’ Huh? Word wakker Wiebes! Hij doelt er misschien op dat de vermogensbelasting volgend jaar op de schop gaat. Tot 100.000 euro rekent de fiscus dan minder belasting. Goed nieuws, maar de belasting die we afgelopen jaren betaalden over onze fictieve droomrendementen zien we waarschijnlijk nooit meer terug.
Jackpot of niet, ik kan sowieso beter naar Frankrijk verhuizen. Je betaalt daar pas vermogensbelasting als je meer dan 1,3 miljoen op de bank hebt staan. Van zoveel spaargeld kan ik alleen maar dromen. Als ik nog durf, tenminste.
About the Author
Irene van den Berg is onafhankelijk (onderzoeks)journalist en schrijft over sociale en ecologische kwesties, zoals armoede, klimaatverandering en de keerzijde van de consumptiemaatschappij. Haar publicaties verschijnen onder meer in OneWorld, NRC en Vrij Nederland.
Related Posts
Tjerk Veenstra is mijn held →
Goedkoop heeft altijd zijn prijs →
Ah wat schattig, een mini-enquête →