Published on juni 1st, 2016 | by Irene van den Berg
0Een heet hangijzer
De discussie over het opheffen van de hypotheekrenteaftrek is weer in volle gang na een rapport van het Centraal Planbureau (CPB). Volgens het CPB heeft afschaf op lange termijn een gunstig effect op de woningmarkt. De voors en tegens op een rijtje.
Nú is het uitgelezen moment om de hypotheekrenteaftrek af te schaffen. Tenminste, dat stellen de hoogleraren Peter Boelhouwer en Arnoud Boot. De hypotheekrente staat historisch laag, waardoor het opdoeken van de aftrek minder pijnlijk is. Een recent rapport van het Centraal Planbureau en Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) doet daar nog een schepje bovenop. Als de koop van een woning niet langer wordt beïnvloed door renteaftrek, kunnen huishoudens gemakkelijker het huis kiezen dat het beste bij hun omstandigheden past, zo stellen de onderzoekers.
Maar afschaffen van de subsidie op woningbezit is al decennia lang een heet hangijzer in de politiek. Partijen deinzen terug voor het schrappen van de aftrekpost uit angst kiezers te verliezen. Bovendien vrezen veel politici voor onrust op de woningmarkt. Toen de huizenmarkt in het slop zat, was schrappen van de aftrek een absolute no-go. En nu het weer beter gaat, willen zij het herstel niet verstoren. Zo is er nooit een geschikt moment. Wordt het tijd dat politici meer lef tonen of zijn hun angsten gegrond? De voor- en nadelen van afschaffen:
Voor afschaffen
1) Meer geld voor andere dingen.
De hypotheekrenteaftrek kost de overheid veel geld. In 2014 maar liefst 14,2 miljard euro, zo berekende het CBS. Het is niet alleen een hele hoge maar ook een onzekere kostenpost. Als de huizenprijzen of de hypotheekrente omhoog gaan, stijgt de kostenpost automatisch mee. Dit geld zou de overheid ook aan andere zaken kunnen besteden, zoals onderwijs of zorg. Het CPB stelt voor dat de overheid de besparing terugsluist naar de huizenbezitters, om nadelige gevolgen van de overgang naar een nieuw woonbeleid te compenseren.
2) Het is eerlijker
Hoe hoger je inkomen, des te meer je profiteert van de hypotheekrenteaftrek. Niet voor niets wordt de hypotheekrenteaftrek ook wel een subsidie voor de rijken genoemd. Zij kunnen duurdere woningen financieren en vallen bovendien in een hoger belastingtarief. Erg eerlijk is dat niet. Bovendien stimuleert de hypotheekrenteaftrek huizenbezitters om op (te) grote voet te leven. Immers, hoe hoger je schuld, des te meer aftrek je krijgt.
3) Woningen worden goedkoper
Door de hypotheekrenteaftrek zijn de huizenprijzen kunstmatig hard gestegen. Een eigen huis is voor lagere inkomens daardoor bijna onbetaalbaar geworden. Vooral starters zijn de dupe van de forse stijgingen van de huizenprijzen. Door afschaffing van de hypotheekrenteaftrek, gaan de huizenprijzen dalen. Economen schatten in dat de huizenprijs in eerste instantie met zo’n 5 procent zal dalen Huiseigenaren hoeven hierdoor minder hypothecaire schulden aan te gaan.
4) Huuraanbod wordt gevarieerder
Door een belangrijk voordeel voor woningbezitters te schrappen, wordt huren waarschijnlijk weer populairder. Zo is de kans groot dat huurders minder snel overstappen naar de koopmarkt omdat ze bang zijn netto ineens fors meer te gaan betalen. Wanneer meer Nederlanders gaan huren, is het voor corporaties en andere woningaanbieders aantrekkelijker om woningen te bouwen voor alle doelgroepen.
Tegen afschaffen
1) Onrust op de woningmarkt
Dalende huizenprijzen zijn prettig als je een woning gaat kopen, maar niet per se fijn als je er al één hebt. Veel woningen zullen daardoor opnieuw onder water komen te staan. Vooral jongeren, die in de regel nog een relatieve hoge hypotheekschuld hebben, worden getroffen. Ook bestaat het risico dat potentiele kopers hun aankoop gaan uitstellen als zijn verwachten dat de hypotheekrente wordt afgeschaft. Hierdoor kan de huizenmarkt weer in het slop raken.
2) Positieve effecten van eigen huis gaan verloren
De hypotheekrenteaftrek is bedoeld om het eigen woningbezit te stimuleren, vanuit de overtuiging dat een huishouden via de eigen woning vermogen opbouwt. Bovendien zouden bewoners van een eigen hus hun woning en de directe omgeving beter onderhouden. Ook zou eigenwoningbezit een gunstige invloed hebben op de prestaties van schoolkinderen en de stabiliteit in de buurt omdat buurtbewoners minder vaak verhuizen. Als meer mensen gaan huren, gaan de positieve effecten van eigen woningbezit verloren.
3) Slecht voor de bouw- en woningsector
Architecten en aannemers zitten niet te wachten op dalende huizenprijzen. Dat geldt eigenlijk voor de hele bouwsector. Als wonen niet meer wordt gesubsidieerd en dus relatief duurder wordt, zal de vraag naar allerlei diensten die te maken hebben met de aanschaf van een woning dalen. Ook vastgoedbeheerders worden er niet blij van als hun bezit minder waard wordt. Denk aan woningbouwcorporaties en pensioenfondsen.