Published on mei 3rd, 2017 | by Irene van den Berg
0Een beetje integer
Je hebt jatten én jatten. Wie met een mes een benzinestation in loopt, de pompmedewerker bedreigt en vervolgens 100 euro uit de kassa grist, is onmiskenbaar een crimineel. Wie in één klap multimiljonair wordt door een schimmige zakendeal, waarbij hij zowel verkoper, adviseur als koper is, heeft daarentegen een integriteitsprobleem. Of niet, dat wil de VVD nog onderzoeken. De partij twijfelt of het handeltje van voorzitter Henry Keizer schaamteloze zelfverrijking is of een slimme deal.
Keizer is volledig integer, vindt-ie zelf. Je zult hem nooit op een leugentje om bestwil betrappen; hij komt zijn afspraken altijd na, is compleet ongevoelig voor macht en geld, claimt nooit een tientje extra bij zijn verzekeraar en hij neemt nog geen pen van zijn werk mee naar huis. Want zo stelt hij: ‘Integriteit kun je tot op zekere hoogte vergelijken met een zwangerschap: je bent het of je bent het niet. Zo kun je ook niet een beetje integer zijn: je bent het of je bent het niet.’
Keizer deed die uitspraak een paar maanden geleden in een televisieprogramma. Na die onzin had iedereen al nattigheid moeten voelen. Je kunt wel degelijk een beetje integer zijn. Sterker nog: we zijn allemaal een beetje integer. De een alleen een beetje meer dan de ander. Integriteit is niet zwart of wit, maar een grijs vlak.
Er bestaat een integriteitschaal waar je hoog of laag op kunt scoren aan de hand van stellingen. Ik noem er een paar: Als het heel makkelijk is om de regels te ontduiken, zijn die regels blijkbaar niet zo belangrijk; Het is onbeleefd om een groot cadeau van een goede klant te weigeren; Mensen met veel macht moet je altijd te vriend houden; Soms moet je de regels een beetje buigen als je iets voor elkaar wilt krijgen. Wees eerlijk, Henry. Ben je het daar eigenlijk niet een beetje boel mee eens?
Dan Ariely, hoogleraar psychologie, doet onderzoek naar integriteit. Hij deed een experiment waarbij hij een groep mensen twintig rekenopgaven op papier liet oplossen. Nadat ze de opgaven hadden afgerond en hij de goede antwoorden had laten zien, vroeg hij ze te onthouden hoeveel ze goed hadden. Voor elk goed antwoord kregen ze een dollar. Vervolgens mocht een deel van de proefpersonen zijn papier in de shredder gooien. Wat bleek? De mensen die hun opgaven in de versnipperaar hadden gegooid, rapporteerden ‘toevallig’ meer goede antwoorden. Ariely herhaalde de proef vaak en in verschillende landen en overal had de groep die kon sjoemelen gemiddeld twee vragen meer goed. Henry werd nooit gevraagd, anders was de uitslag vast anders geweest.
Wetenschappelijk staat het dus vast dat zelfs de meest integere mensen af en toe zo niet integer zijn. Het verschil is dat integere mensen het toegeven als ze niet oprecht hebben gehandeld. Maar Henry gelooft waarschijnlijk in de stelling: ‘Eerlijkheid kun je ook overdrijven’. En verliest daarmee weer punten op de integriteitsschaal.