Published on juli 21st, 2020 | by Irene van den Berg
0CO2-compenseren kun je leren
Thuisblijven is natuurlijk het allerbeste voor het klimaat. Maar als je toch in de auto of het vliegtuig stapt, dan kun je je CO2-uitstoot compenseren. Dat heeft wel degelijk zin, als je het op de juiste manier doet
Om maar met de deur in huis te vallen: met compenseren gaan we klimaatverandering niet stoppen. De wereldbol is te klein om genoeg bomen te planten als bijna 8 miljard mensen gaan vliegen, autorijden, vlees eten en eindeloos consumeren. ,,We pompen zoveel CO2 de lucht in, dat kun je met compenseren simpelweg niet rechtbreien. Dat is de ongemakkelijke waarheid”, zegt Faiza Oulahsen, hoofd energie en klimaat bij Greenpeace. Om de opwarming van de aarde te stoppen, zullen we ons gedrag moeten aanpassen. Maar dat betekent niet dat compenseren helemaal zinloos is. Als je dan toch in het vliegtuig stapt, is compenseren nog altijd nog beter dan niet compenseren. Maar let wel op waar je je geld in steekt.
1) Wees bewust van je eigen uitstoot
Dat vliegen en autorijden slecht zijn voor het klimaat, weten de meeste mensen wel. Maar ook onze apparaten in huis zorgen voor een flinke CO2-uitstoot. Een gemiddeld huishouden gebruikt jaarlijks 1500 m3 gas en 3300 kWh stroom. Voorlichtingsorganisatie MilieuCentraal berekende dat het tussen de 25 en 40 euro zou kosten om dit gasverbruik te compenseren; voor het stroomverbruik komt daar nog eens jaarlijks tussen de 20 en 25 euro bij. Ook bij de productie van vlees en zuivel komen veel broeikasgassen vrij. En vergeet alle spullen die we kopen niet. Het maken van producten kost veel energie. Maar omdat de productie van veel goederen is verplaatst naar lagelonenlanden, hebben we dat niet in de gaten. Op de website van MilieuCentraal kun je uitrekenen hoe groot jouw CO2 voetafdruk is
2) Eerst beperken, dan compenseren
Het belangrijkste bezwaar tegen compenseren is dat het vervuilend gedrag faciliteert. Door te compenseren kopen we ons schuldgevoel af, stellen criticasters. Toch is het wel degelijk mogelijk om mogelijk om te compenseren én je gedrag aan te passen. Zet bijvoorbeeld die vliegvakantie met het hele gezin naar Italië uit je hoofd. En ga in plaats daarvan met de auto naar Schiermonnikoog. Die autokilometers compenseer je vervolgens. ,,Voorop staat dat CO-compensatie niet als excuus mag worden gebruikt om op de oude voet verder te gaan”, aldus Neera van der Geest, directeur van het FairClimateFund, een organisatie die zich bezighoudt met klimaatcompensatie.
3) Beknibbel niet op CO2-compensatie
Online vind je verschillende calculators, bijvoorbeeld Greenseat.nl, om je CO2-uitstoot van je vlucht uit te rekenen. De kosten van compenseren variëren sterk. Het compenseren van een retourtje Barcelona kost bij Transavia bijvoorbeeld 1,85 euro en bij Trees for All ruim 6 euro. ,,Betaal liever meer dan minder als je gaat compenseren”, zegt Oulahsen van Greenpeace.
,,Goedkope aanbieders compenseren vaak alleen de CO2-uitstoot en niet het volledige klimaateffect.” Trees for All legt op haar website uit waar die meerprijs in zit. ,,Het grote verschil zit in het feit dat wij álle CO2-equivalenten meenemen. Dus CO2, maar ook stikstof en methaan. Daarbij nemen wij in onze rekentool ook de vlieghoogte mee in de berekening. Want de impact van de uitstoot van een vliegtuig op 10 kilometer hoogte is veel groter dan op de grond. KLM en Transavia houden hiermee geen rekening.”
4) Verdiep je in het project
Niet alleen de hoogte van het bedrag is van belang, maar ook bij wat voor soort project het geld belandt. Er zijn allerlei manieren om klimaatimpact te compenseren, zoals bomen planten, investeren in milieuvriendelijke alternatieven en projecten waarmee energie wordt bespaard. Binnen deze categorieën heb je effectieve en minder effectieve projecten. Investeer je je geld bijvoorbeeld in het planten van bomen, let er dan op of de CO2-reductie permanent is . Bomen halen CO2 uit de lucht, maar die CO2-opslag is slechts tijdelijk. Als een boom afsterft of verbrandt, komt de opgeslagen CO2 weer vrij.
Belangrijk is dus dat gekapte bomen binnen het project worden vervangen. Volgens Van der Geest is het bovendien effectiever om je geld de investeren in projecten die zonder klimaatcompensatie nooit van de grond waren gekomen. Een goed voorbeeld daarvan zijn volgens haar schone kooktoestellen voor mensen in ontwikkelingslanden, als alternatief voor koken op open vuur. ,,Zonder financiering zouden deze huishoudens nooit gaan koken met biogas, omdat de families geen geld hebben om zelf een biogasinstallatie aan te schaffen. Bij windmolens ligt dat anders. Die zijn maar voor een klein deel afhankelijk van CO2-inkomsten. Zo’n windmolenpark zou toch wel worden aangelegd omdat windenergie heel rendabel is”, verklaart de directeur van het FairClimateFund.
5) Een keurmerk geeft meer zekerheid
Omdat het als leek best lastig is om compensatieprojecten te beoordelen, kan een keurmerk helpen. De Gold Standard is een betrouwbaar keurmerk voor projecten waarmee CO2-uitstoot wordt gecompenseerd, stelt MilieuCentraal. De Gold Standard werd in 2003 opgericht door onder meer het WWF omdat er behoefte was aan een uniforme maatstaf en duidelijke afspraken. Compensatieprojecten aan de andere kant van de wereld zijn niet in alle gevallen even transparant en corruptiegevoelig
Het FairClimateFund werkt daarnaast ook met de Fairtrade Climate Standard. Dit keurmerk beoordeelt niet alleen de impact op het milieu, maar ook die op de lokale bevolking op de plek waar de compensatieprojecten plaatsvinden. Van der Geest: ,,We investeren in eerlijke projecten die bijdragen aan betere leefomstandigheden voor de kwetsbaarste groepen van de gevolgen van klimaatverandering. Hiervoor betalen wij een minimumprijs van ruim 8 euro voor een ton CO2-reductie. Schonere kooktoestellen zijn niet alleen beter voor het milieu maar ook veel gezonder voor de vrouwen die erop koken. Veel vrouwen en kinderen in ontwikkelingslanden worden ernstig ziek door de rook die ze inademen.”