Published on juli 31st, 2020 | by Irene van den Berg
0Bedrijven te lijf als sprinkhanen
Hema en V&D werden al het ‘slachtoffer’ van zogenoemde sprinkhaanfondsen die bedrijven kopen, saneren en weer verkopen. Verdient private equity zijn slechte naam?
Private equity investeerders worden wel eens vergeleken met sprinkhanen: ze vreten de boel kaal en trekken vervolgens weer verder. “Private equity is overal waar geld te halen is. Van voedingsindustrie tot kinderopvang”, schreef Cees Grimbergen, journalist en presentator bij omroep Max, onlangs in een opinie in deze krant. Grimbergen is boos dat pensioenfondsen investeren in durfinvesteerders die bedrijven als Hema ‘plunderen’. Volgens Grimbergen wordt het geld van Nederlandse burgers misbruikt voor dubieuze investeringstechnieken van de private equity investeerders.
De werkwijze van private equity, ook wel durfinvesteerders genoemd, wordt door veel mensen gehekeld. Met geleend geld wordt een bedrijf gekocht, gesaneerd en daarna weer verkocht. De investeerders boeken vaak enorme winsten. Bedrijven als Hema en V&D werden al het ‘slachtoffer’ van durfkapitalisten. Waarom grijpt de overheid niet harder in tegen deze sprinkhaanfondsen? We vragen het hoogleraar Peter Roosenboom hoogleraar ondernemingsfinanciering aan de Erasmus Universiteit.
Hoe gaat private equity te werk?
“Private equity fondsen halen geld op bij professionele beleggers als pensioenfondsen, verzekeraars en vermogende particulieren. Ze gebruiken dat geld vervolgens om bedrijven over te nemen, zoals Hema. Vaak is een groot deel van de overnamesom gefinancierd met leningen. Dit wordt schuldfinanciering genoemd. Deze leningen worden als schuld op de balans van het overgenomen bedrijf gezet. Een kenmerk van deze fondsen is dat ze investeren met andermans geld, in tegenstelling tot bijvoorbeeld grote particuliere investeerders als Marcel Boekhoorn die hun eigen geld gebruiken.”
Waarom is schuldfinanciering zo populair bij private equity fondsen?
“Dat heeft verschillende redenen. Ten eerste omdat rente over deze schuld fiscaal aftrekbaar is. Dat is Nederland aan banden gelegd. Sinds 2019 is de aftrek beperkt tot een maximum.. Ander voordeel is dat ze zelf minder geld hoeven te investeren, maar wel de begunstigde zijn op het moment dat een bedrijf wordt verkocht. De schulden werken als een soort hefboom op het rendement van het fonds. Ze profiteren mee van het potentieel van een investering maar leggen maar een beperkt deel van het geld in dat nodig is voor de financiering van de overname. Ten derde zijn schulden een manier om het management harder te laten werken om aan die schuldverplichting te kunnen blijven voldoen. Ze moeten daardoor hun onderneming zo efficiënt mogelijk managen, kosten besparen maar ook nieuwe activiteiten ontplooien om te groeien.”
Er is veel kritiek op die schuldfinanciering om de hoge leningen bedrijven in de problemen kunnen brengen. Ziet u ook de negatieve kant?
“Ja, natuurlijk is er ook een schaduwkant. Investeerders kunnen ook te ver gaan. Een bedrijf kan door hoge schulden in de betalingsproblemen komen. En als een bedrijf niet meer aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen kan voldoen, dan kunnen de schuldeisers het faillissement aanvragen. Of, zoals in het geval van Hema, de zeggenschap overnemen. Hoe hoger de schuldfinanciering, des te groter het risico dat je in zo’n scenario belandt. Er ontstaan vooral problemen als er iets onverwachts gebeurt, zoals de coronacrisis. Als je scherp aan de wind vaart, kun je bij tegenwind in de problemen komen.”
Moet je je als werknemer zorgen maken als je bedrijf wordt overgenomen door een private equity fonds dat hoge leningen aangaat?
“Natuurlijk kan ik me voorstellen dat je je zorgen maakt als een private equity fonds grote risico’s neemt. Maar ik denk dat maar weinig mensen weten wat de schuldpositie van hun werkgever is. Vaak komen problemen pas naar voren als het bedrijf in liquiditeitsproblemen komt en niet langer aan de schuldverplichtingen kan voldoen.
Het kan ook zo zijn dat een private equity fonds binnenkomt en er ontslagen vallen omdat er een efficiëntieslag gemaakt moet worden. Uit studies blijkt echter dat werknemers vaak elders weer een baan vinden. In het individuele geval is het een hard gelag als je je baan verliest. Maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat private equity niet substantieel bijdraagt aan werkloosheid. Uiteindelijk zorgen private equity investeerders vooral voor verschuivingen. Mensen die hun baan verliezen vinden doorgaans weer werk bij andere bedrijven. De vraag blijft wel of dat tegen soortgelijke arbeidsvoorwaarden gebeurt.”
Wat vindt u van de vergelijking met sprinkhanen?
“Het voert te ver om te zeggen: private equity deugt in zijn geheel niet. Er zijn in iedere bedrijfstak uitwassen. Hier ook. In Nederland hebben we inmiddels heel wat bedrijven gekend die in handen zijn gekomen van Angelsaksische private equity investeerders. Dat we daar niet zo blij mee waren, had ook te maken met een oranjegevoel. Nederlandse bedrijven werden door buitenlanders gekocht en die gingen daar op hun eigen manier mee om. Maar uit wetenschappelijke studies blijkt dat private equity investeerders er gemiddeld genomen in slagen om de productiviteit en kasstromen te verbeteren. Bedrijven komen gemiddeld gezien wat beter op de rails te staan. Private equity heeft dus ook een nuttige economische functie.”
Wie wordt beter van die toegenomen productiviteit en kasstromen, de werknemers of de aandeelhouders?
“In eerste instantie zijn private equity fondsen uit op het maken van rendement. Daar ontlenen zij hun bestaansrecht aan. Maar daarnaast kunnen ze ook bijdragen aan het behoud van werkgelegenheid door bijvoorbeeld een bedrijf in problemen weer op de rails te krijgen. Private equity houdt bedrijven bovendien scherp. Dat is in macro-economisch perspectief belangrijk. De economie als geheel moet voldoende dynamiek hebben. Bovendien, de pensioenfondsen waar wij allemaal in zitten, delen ook mee in het rendement. Indirect profiteren velen van ons dus van private equity.”
Terug naar de uitwassen, moet de politiek daar niet harder tegen optreden?
“Hoever de politiek moet ingrijpen is uiteindelijk aan de politiek zelf. Het is een lastige discussie. De gevallen waarbij het misgaat krijgen alle aandacht. De vraag is of we deze uitwassen kunnen voorkomen zonder de positieve kanten van private equity teniet te doen. Binnen het politieke spectrum wordt ook verschillend gedacht over in hoeverre je moet ingrijpen. Wanneer de overheid bijvoorbeeld zou gaan voorschrijven hoe bedrijven zich moeten financieren, kan ertoe leiden dat bedrijven zich niet meer kunnen financieren op de manier die het best bij hun situatie past.
Een consument moet door de overheid goed worden beschermd want die verkeert in een zwakkere positie ten opzichte van de bank. Maar een bedrijf wordt geacht een goed geïnformeerde beslissing te nemen en geniet minder bescherming.”
Maar werknemers zitten wel in een zwakkere positie. Moet dat niet meespelen?
“Ik ben het met u eens dat werknemers in het extreme geval van financiële problemen of een faillissement een hoge prijs betalen. Ondernemingsraden zouden in geval van overnames nog beter gebruik kunnen maken van hun advies- en informatierechten om de belangen van werknemers zoveel mogelijk te behartigen. Maar ik wil wel opmerken dat geen enkel private equity fonds er baat bij heeft om in die situatie terecht te komen. Want zij raken ook hun geld kwijt. Niemand wil op voorhand dat het bedrijf failliet gaat.”
Critici stellen dat private equity fondsen zich onttrekken aan transparantie die voor andere bedrijven wel geldt. Zij vallen immers niet onder de AFM. Vindt u die kritiek terecht?
“Ja, ik ben al jarenlang een pleitbezorger dat private equity fondsen transparanter moeten zijn. Ik denk dat het goed is als we beter inzicht krijgen in wat alle financiële stromen zijn en hoe het allemaal fiscaal zit. Van private equity fondsen mag er meer openheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid worden verwacht. Daar is de industrie ook wel mee bezig, maar het mag van mij een stapje verder gaan dan mooipraterij. Het is ook in het belang van private equity fondsen zelf om uit te leggen wat ze nu precies doen met de bedrijven waarin ze investeren, zodat er vanuit de maatschappij meer begrip komt.”
Wat is private equity?
Private equityfondsen zijn investeringsfondsen die met geld van veelal institutionele beleggers zoals pensioenfondsen de aandelen van een bedrijf opkopen en daardoor de zeggenschap binnen het bedrijf uitoefenen. De bedoeling is dat een bedrijf flink groeit en/of haar kosten aanzienlijk verlaagd. Soms worden minder renderende onderdelen van het bedrijf verkocht. Na zo’n 5 tot 7 jaar verkoopt het private equity fonds het bedrijf weer aan een andere private partij of brengt het naar de beurs. Private equity fondsen beogen daarmee hoge rendementen behalen, waardoor steeds meer pensioenfondsen en verzekeraars er geld in steken. Bekende private equity fondsen zijn de The Carlyle Group en Blackstone Group en in Nederland AlpInvest Partners.