Published on juni 1st, 2018 | by Irene van den Berg
0‘Afschaffen termen hoger en lager opgeleid heeft geen zin’
Schrijver Marianne Zwagerman noemde onlangs het onderscheid tussen hoger en lager opgeleid ‘kwetsend en schadelijk’. Stop met het onderscheid daar tussen, zegt ze. Columnist Irene van den Berg vindt het een onzinnig voorstel: ,,Ik geloof niet dat het labeltje aanpassen een probleem oplost.”
Zou er één allochtoon minder gediscrimineerd worden omdat ie nu door de overheid ‘Nederlander met een migratie-achtergrond’ wordt genoemd? Lijkt me niet. Toch komen we in Nederland vaak met een nieuw etiket op de proppen wanneer een bepaalde groep achtergesteld wordt – of zich zo voelt. Zo’n nieuw label moet hun imago weer oppoetsen. Het is echter veel te simpel om te denken dat de slechte positie van laagopgeleiden wordt veroorzaakt door een imagoprobleem. Een nieuw labeltje lost veel te weinig op.
Laagopgeleiden zijn vaker werkloos. En als ze wel werk hebben, worden ze veel slechter betaald en krijgen ze vaak alleen een flexcontract. Onderzoeker Rob Gründemann voorspelde onlangs in deze krant dat laagopgeleiden het de komende tien jaar alleen maar moeilijker krijgen. Belangrijke oorzaak is volgens hem de robotisering, waardoor 1 miljoen banen verloren gaan. Ander probleem is dat laaggeschoold werk relatief vaak wordt ingevuld door arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa.
Vakmensen
Toch zijn er ook laagopgeleiden waarmee het wel goed gaat. Zo is er veel vraag naar vakmensen als metselaars en timmermannen, evenals naar vrachtwagenchauffeurs en hoveniers. Onderzoekers van het Sociaal en Cultureel Planbureau opperden in 2015 dan ook het idee om laagopgeleiden, die in minder kansrijke branches werken, om te scholen. Dat klinkt als een goed plan, maar daarvoor moet wel de portemonnee worden getrokken. En het kost tijd.
Kan een ander etiket dan niet alvast een sympathieke geste zijn? Het probleem is dat zo’n nieuwe ‘correctere’ term vaak nog slechter is dan de oude. Denk aan ‘blinde of slechtziende personen ‘of ‘personen met een visuele handicap’, de correcte versies van blinden en slechtzienden. Ik zie de toegevoegde waarde van de term personen niet. Uiteraard zijn blinden ook mensen, is er iemand die anders beweert? En de term ‘visuele handicap’ is onduidelijk. Het maakt nogal verschil of iemand een leesbril draagt of helemaal blind is. Onhandig om daar taalkundig omheen te draaien.
Ook in deze discussie is het alternatief problematisch. Marianne Zwagerman komt namelijk met de termen praktisch opgeleid en theoretisch opgeleid. De meeste hbo’ers, die dan neem ik aan het stempel theoretisch opgeleid zouden krijgen, leren echter een praktisch vak. En ook sommige WO-studies, zoals Rechten en Geneeskunde, bieden veel praktische kennis. Of gaan we chirurgen en advocaten dan ook praktisch opgeleid noemen? Prima, maar het ik vrees wel dat het één grote terminologische chaos wordt. En ik vraag me ook af hoe je mensen noemt die na de middelbare school zijn gaan werken. Die hebben namelijk ook geen vak geleerd.
En er is nog ander een probleem met de terminologie die Zwagerman voorstelt. Als Zwagerman zo gevoelig is voor de gevoelswaarde van een woord, dan zijn de termen praktisch en theoretisch opgeleid nogal ongelukkig gekozen. Theoretisch klinkt namelijk negatiever dan praktisch. Ik vermoed echter dat dat geen slordig taalgebruik is van de schrijver, maar een bewuste keuze. Zwagerman heeft er in interviews nogal een handje van om hoogopgeleiden minachtend weg te zetten als ‘kantoormensen’ en ‘managers die regels zitten te bedenken.’ Ondertussen doen de laagopgeleiden het echte werk.
Boekenwurm
Ze is niet de enige die er zo over denkt, ontdekte in toen ik na mijn WO-studie Geschiedenis bij een regionaal dagblad ging werken. Mijn eerste leidinggevende gaf later toe dat hij had verwacht dat ik als ‘boekenwurm’ alleen maar ellenlange opinietukken zou willen schrijven. Ik moest eerst een hele poos bewijzen dat ik me niet te goed voelde voor een verslag van de plaatselijke braderie of een interview met een 100-jarige, voordat ik de grotere verhalen mocht schrijven. Ja, vooroordelen gaan beide kanten op.
Ik vrees dat er niet echt een goed alternatief is voor laag- en hoogopgeleid. Marianne Zwagerman, die er vast lang over heeft nagedacht, heeft het in ieder geval niet gevonden. En laten we vooral voorkomen dat allerlei ‘kantoormensen’ in werkgroepen gaan vergaderen over de correcte termen voor laag- en hoogopgeleiden. Ik stel voor dat we stoppen het antwoord te zoeken in de terminologie en kijken naar een meer praktische oplossing voor de problemen waar lager opgeleiden mee kampen, zoals scholing die beter aansluit op de arbeidsmarkt.
Wat stelt Marianne Zwagerman voor?
,,De 30 procent van de beroepsbevolking die zogenaamd hoger opgeleid is, noemt 70 procent “laag” zonder te beseffen wat ze die mensen aandoen.”
,,Vakbonden zouden hierin een rol moeten spelen en de Partij voor de Vakmensen moet de PvdA vervangen. Maar vooral moet het besef bij die 30 procent doordringen dat het vreemd en wreed is om tegen een kind van twaalf te zeggen: je bent laag.”
,,Nederland is helemaal niet egalitair. Het is alleen imago. Het gaat erom dat die miljoenen mensen die zogenaamd lager opgeleid zijn dat niet zo voelen. Zij zitten ook niet in DWDD of bij de NOS in de studio.”
,,De macht moet terug naar het ambacht. Waardeer het vmbo sterker, noem deze groep vanaf nu de praktisch opgeleiden.”
‘Afschaffen termen hoger en lager opgeleid heeft geen zin’