OneWorld

Published on oktober 18th, 2019 | by Irene van den Berg

0

Wie is er bang voor de grote boze boer?

Ze slopen de deur van een provinciehuis, overtreden de wet en zetten hun trekkers in als intimidatiemiddel. Toch staan politici in de rij om zich solidair met de boeren te tonen. Hoe kan een kleine beroepsgroep zo’n grote invloed hebben?

Nederland telt 53.919 boeren, volgens de laatste cijfers van het CBS. Het grootste deel van hen werkt in de intensieve veehouderij: zo’n 16.000 in de melkveehouderij en 5300 als varkensboer. Daarnaast telt Nederland nog bijna 11.000 akkerbouwers en ruim 6700 tuinbouwbedrijven. Hoe moeten we die getallen zien? Als alle boeren op dezelfde partij zouden stemmen, zou dat nog niet eens één zetel in de Tweede Kamer waard zijn – de kiesdeler lag in 2017 net boven de 70.000. Electoraal hebben boeren dus weinig in de melk te brokkelen.

Toch lijken veel politici bang om de boeren tegen zich in het harnas te jagen, en gaan ze – soms met knikkende knieën zoals de Friese gedeputeerde Johannes Kramer – mee in de eisen van de landbouwsector. Ewald Engelen, hoogleraar financiële geografie aan de Universiteit van Amsterdam, verwoordde het in de Groene Amsterdammer als volgt: ‘Een kleine belangengroep gijzelt Nederland om het eigen smalle, kortetermijnbelang er bij publiek, pers en politiek door te drukken’. Waarom slagen de boeren daar zo goed in?

Ze hebben een goed verhaal

Allereerst hebben de boeren een goed verhaal, dat sympathie opwekt. “De boeren slagen er uitstekend in hun verhaal te dramatiseren”, stelt Arco Timmermans, hoogleraar Public Affairs aan de Universiteit Leiden, die onderzoek doet naar lobbygroepen. De boeren presenteren zich als eenvoudige hardwerkende Nederlanders die de dupe worden van de regeldrift van de overheid, een frame dat veel mensen aanspreekt. Terwijl juist boeren ook van die regels profiteren: in 2017 streek de agrarische sector in Nederland 902 miljoen euro aan landbouwsubsidies op uit Europa. Dat is zo’n 38 procent van de 2,4 miljard aan subsidies die Nederland in totaal uit Europa ontving, zo blijkt uit onderzoek van de Volkskrant.

De boeren presenteren zich bovendien als de voeders van het volk. “Die retoriek gebruiken de boeren al decennialang en levert ze ook nu weer de gunfactor op”, stelt Timmermans. Mensen hebben niet snel kritiek op de hand die hen voedt, ook al is de realiteit anders. De Nederlandse boeren produceren grotendeels voor het buitenland, blijkt uit cijfers van het CBS. Pakweg 80 procent van hun jaarlijkse landbouwproductie is bestemd voor de export. Na sierteelt (9,2 miljard euro) vormen zuivel en eieren (8,5 miljard euro), vlees (8,1 miljard), groenten (6,6 miljard) en fruit (6,0 miljard) de top vijf van meest geëxporteerde landbouwgoederen in 2018. En veel van het voedsel dat wij eten, wordt juist weer geïmporteerd, voornamelijk uit Duitsland, België, Frankrijk en de Verenigde Staten.

De politiek staat bij de boeren in het krijt

Vanuit het standpunt van politici speelt wellicht nog iets anders mee. VVD-Kamerlid Mark Harbers zei afgelopen weekend in het AD dat boeren ‘zoveel vee mogen houden als ze zelf willen’ en ‘geen schuld’ hebben aan de stikstofcrisis. ‘Zij hebben zich altijd aan de regels gehouden, zij hebben geïnvesteerd en beschikken keurig over alle vergunningen.’ Maar als het niet de schuld van de boeren is, dan toch van de overheid. Een deel van de stikstofrechten is onterecht verleend, zo oordeelde de Raad van State eind mei.

Jarenlang rekende de overheid zich bij het verstrekken van vergunningen te vroeg rijk: uitstootverlagende maatregelen als luchtwassers en nieuwe stalsystemen werden al ingeboekt als winst, zonder dat het effect daarvan bewezen is. De Raad van State stelde in haar uitspraak dat dat niet deugt, waardoor de vergunning van 21 veebedrijven in Noord-Brabant, Limburg en Gelderland niet doorging. En ook voor 180 bezwaarprocedures, die voornamelijk over vee gaan, dreigen de vergunningen te stranden. Door de fouten uit het verleden zal het voor veel politici ongepast voelen om nu een te grote broek aan te trekken.

De boeren zijn goed georganiseerd

“De boeren hebben hun contacten en ingangen in Den Haag. De Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland zit daar elke dag aan tafel”, weet Timmermans. Ook achter Agractie, de organisator van het eerste boerenprotest, op 1 oktober, zitten grote bedrijven uit de landbouw. De organisatiekracht van de boeren is zo groot omdat de belangen dat ook zijn: in de Nederlandse landbouwsector gaat veel geld om. Na de VS is Nederland met 90,3 miljard euro de op één na grootste exporteur van landbouwgoederen van de wereld. En landbouwgoederen zijn goed voor bijna eenvijfde van de totale Nederlandse goederenexport.

Volgens Timmermans zijn de acties van boze boeren een stuk beter geregisseerd dan je op het oog zou zeggen. “De boerenprotesten worden gesouffleerd en gefaciliteerd door grote bedrijven uit de landbouwsector, zoals leveranciers van hightech landbouwapparatuur. Zij lopen zelf niet mee in demonstraties (bedrijven doen het niet goed binnen de publieke opinie) maar achter de schermen spelen ze een grote rol.” Trioliet, een fabrikant van voerwagens en voerrobots, en veevoerfabriek ForFarmers gaven in Nieuwsuur aan dat ze het boerenprotest van 1 oktober financieel hebben ondersteund. Ook slachthuis Vion droeg financieel bij aan de protestdag.

De boeren kunnen intimideren

De boeren schuwen grote acties die in het oog springen niet. In Groningen forceerde een trekker met een stookblok de deur van het provinciehuis. Bij demonstraties woensdag moest het Binnenhof worden afgezet met legertrucks. Ook reden de boeren, net als bij de eerste demonstratie op 1 oktober, met hun trekkers naar het Malieveld, terwijl de gemeente dat had verboden. Met hun trekkers hebben de boeren een krachtig intimidatiemiddel in handen, waar andere groepen – zoals leraren en verpleegkundigen – met lege handen staan.

Maandag zetten de provincies Overijssel, Drenthe en Gelderland hun strengere rekenmethode voor het uitgeven van stikstofrechten in de ijskast na acties van boeren. Timmermans beklaagt zich over de ‘zwakke knieën’ van de politiek. Volgens hem gaan politici slecht om met deze luidruchtige manier van belangenbehartiging. “Als politiek mag je nooit zwichten voor de intimidatie van die trekkers”, vindt Timmermans. “Het ontbreekt de heersende elite aan moed om de belangen van het brede midden te behartigen. Ze laten hun agenda bepalen door de burgers die het hardste roepen. Ik noem dat de politiek van de aandacht.”

Groepen met minder intimiderende middelen worden dan ook benadeeld. Wanneer de boeren hun zin krijgen, heeft dit bijvoorbeeld gevolgen voor de bouw, ook een sector die ingrijpende maatregelen moet doorvoeren om de stikstofuitstoot te verminderen. “Er is geen organisatie die de belangen van starters op de woningmarkt behartigt en dus delven zij het onderspit”, verklaart Timmermans. Datzelfde geldt voor de natuur, die de negatieve gevolgen van de stikstofuitstoot ondervindt, of de 500 miljoen dieren die in Nederland jaarlijks in de bio-industrie worden gedood.

Meehuilen met de wolven

Volgens GroenLinks-kamerlid Laura Bromet valt het overigens mee met de invloed die boeren hebben. “Wat je nu ziet, is dat bepaalde partijen meehuilen met de wolven in het bos. Niet alleen de partijen die bij de boeren op het podium staan, zoals de PVV en Forum voor Democratie, maar ook regeringspartijen als de VVD en het CDA.”

Volgens haar gaan de pijnlijke stikstofmaatregelen voor de boeren er uiteindelijk toch komen, ondanks alle acties, en is het belangrijk dat politici daar eerlijk over zijn. “Er is een grote omwenteling in de landbouwsector nodig, want de natuur is er heel slecht aan toe. Wat mijn collega’s nu doen is een kwestie van slecht verwachtingsmanagement en een gebrek aan leiderschap. En dat is schadelijk voor het vertrouwen in de politiek”, aldus Bromet.

Sympathie verdwijnt

De sympathie voor de boeren is vooralsnog groot, maar niet onbegrensd. Het intimiderende gedrag van de boeren bij de provinciehuizen heeft hun zaak volgens Timmermans geen goed gedaan. We zitten nu dan ook op een kantelpunt. “Ze dreigen hun hand te overspelen en de sympathie van het volk te verliezen. Er zal altijd een groep blijven die ze door dik en dun steunt, mensen bij wie veel ongenoegen zit tegen de heersende orde, maar de middengroep verliezen ze hiermee.”

Als de publieke opinie kantelt, zouden de boeren de steun van de middenpartijen ook kunnen verliezen. Daarmee is het stikstofprobleem echter niet opgelost. “De kans is groot dat daarna de volgende groep de aandacht gaat opeisen, en de politici hun agenda dáár weer door laten bepalen”, aldus Timmermans.

Wie is er bang voor de grote boze boer?

Tags: , ,


About the Author

is onafhankelijk (onderzoeks)journalist en schrijft over sociale en ecologische kwesties, zoals armoede, klimaatverandering en de keerzijde van de consumptiemaatschappij. Haar publicaties verschijnen onder meer in OneWorld, NRC en Vrij Nederland.



Comments are closed.

Back to Top ↑