Libelle

Published on augustus 21st, 2019 | by Irene van den Berg

0

Oma’s oogappel

De dochter van journalist Irene van den Berg is niet alleen enig kind, maar ook nog eens enig kleinkind. Aan aandacht geen gebrek, dus. Maar hoe voorkom je prinsessengedrag?

‘Ga jij maar door met koken’, zegt mijn kleuterdochtertje tegen mijn moeder. Ze is met opa aan het spelen en wil daarbij niet gestoord worden. Mijn ouders moeten er allebei hard om lachen en mijn moeder verdwijnt weer in de keuken. Tuurlijk, de politiek incorrecte uitspraak van mijn dochtertje is grappig. Maar ik verbaas me wel over de vanzelfsprekendheid waarmee ze mijn moeder probeert te commanderen. Is dit een kleuter die uit de bocht vliegt of prinsessengedrag van een enig kleinkind?

Minder kinderen

Steeds meer opa’s en oma’s hebben maar één telg om zich op te richten. Dat komt omdat er meer enig kinderen worden geboren. Op dit moment zijn er 1,1 miljoen huishoudens met een enig kind en dat aantal groeit alsmaar: ongeveer 12 procent van de 6 tot en met 11 jarigen was in 2018 enig kind, in 2003 was dat nog 10 procent. Bovendien krijgen steeds meer Nederlanders helemaal geen kinderen: ze vinden geen geschikte partner, richten zich liever op hun carrière of hebben gewoon geen zin in de zorg. In 2017 hadden Nederlandse vrouwen gemiddeld nog maar 1,62 kinderen. In 1970 waren dat er nog gemiddeld 2,5. Daarmee daalt automatisch ook het aantal kleinkinderen.

Het plaatje van mijn familie past daar naadloos in. Mijn man heeft één broer die geen kinderwens heeft. En ik ben enig kind en mijn dochtertje ook. Ik had er graag twee gewild, maar zwanger worden, bleek lastig. Toen ik uiteindelijk toch in verwachting raakte door IVF, was ik niet alleen ontzettend gelukkig dat we een kindje kregen, maar ook dolblij dat mijn man en ik weer verder kon met ons leven. Ik was klaar met de maandelijkse cyclus van hoop en teleurstelling. Zo klaar, dat een tweede er nooit van is gekomen.

Inmiddels ben ik veertig en heb er vrede mee dat het bij één kindje is gebleven. En mijn lief denkt er gelukkig net zo over. Maar mijn dochtertje heeft niets te kiezen. Is het wel zo goed voor haar dat ze niet alleen de volledige aandacht krijgt van haar ouders, maar ook van haar grootouders?

Diepere band

Mijn ongerustheid komt voort uit de vele vooroordelen die er tegen enig kinderen bestaan. We zouden minder sociaal, verwend en zielig zijn. Al wordt dat niet bevestigd door wetenschappelijk onderzoek. Zo concludeerden twee Amerikaanse wetenschappers na het vergelijken van 141 onderzoeken dat enig kinderen even sociaal, volwassen, dominant, tevreden en populair zijn als kinderen met broers of zussen. Maar onze spruit is ‘dubbel belast’. Ze heeft niet alleen geen broers en zussen, ze moet het ook doen zonder neven en nichten. Zou dat nog iets uitmaken?

Orthopedagoog Marielle Beckers stelt me gerust. “Het kan juist harstikke leuk zijn dat de grootouders zich maar hoeven te richten op één kind. Vaak verdiept dat de band. Waardoor er een heel waardevolle relatie ontstaat, zowel voor de grootouders als het kleinkind.” Wanneer grootouders meer kleinkinderen hebben, worden de contacten volgens haar snel vluchtiger. “Tenzij ze er een dagtaak van maken om voor de kleinkinderen te zorgen.”

Precies de reden waarom mijn moeder zegt één kleindochter prima te vinden. Ze wil genoeg tijd over houden voor wat ze haar ‘eigen dingen’ noemt, zoals vrijwilligerswerk, cursussen, tennis en dagjes weg met mijn vader. Mijn ouders passen om de week op woensdagmiddag op en springen ook bij in vakanties. Dat zou lastig worden met een grote schare kleinkinderen. Voor mijn schoonvader, mijn schoonmoeder leeft niet meer, geldt hetzelfde. Hij heeft een druk sociaal leven en woont op anderhalf uur rijden van ons huis. En hij past net zoveel op.

Prinsessengedrag

Maar hoe zit het dan met dat prinsessengedrag? Zodra mijn ouders er zijn, eist mijn dochtertje hun volledige aandacht op. Mijn vader heeft zijn jas nog niet uit of hij is al aan het voorlezen. Geen enkel probleem, vindt familietherapeut Else Marie van den Eerenbeemt. “Je kunt een kleinkind nooit teveel aandacht geven. Grootouders hebben een andere band met hun kleinkinderen dan ouders. Grootouders bieden een kleinkind op de eerste plaats veiligheid: bij mama mag je niet de hele middag op schoot zitten, bij opa wel.” Ouders zijn, volgens haar, belast met de opvoeding. Opa en oma niet. “Kinderen weten dat verschil.”

Ook materiële verwennerij van grootouders kan daarom, volgens Van den Eerenbeemt, niet zoveel kwaad. Nu valt dat bij ons trouwens ook wel mee. Over verjaardagen en Sinterklaas is vaak even cadeau-overleg. Alleen mijn moeder heeft de neiging mijn dochtertje allerlei ‘kleinigheidjes’ toe te stoppen, zoals kleurboekjes, stickers en alles wat je in de supermarkt kunt sparen. “Grootouders mogen van mij zoveel cadeaus geven als ze willen. Dat is het leuke van opa en oma zijn. Alleen wanneer de grootouders van de ene kant een veel grotere portemonnee hebben dan die van de andere kant, dan kan is handig om als ouders regels te stellen.”

Van den Eerenbeemt ziet voor het enig kleinkind eigenlijk alleen maar voordelen. “Geweldig toch dat je opa en oma alle aandacht op jou kunnen richten.” Een goede band met grootouders is, volgens haar, extra belangrijk voor kinderen zonder broers of zussen. Grootouders zijn voor hen ‘van levensbelang’ bij een scheiding, zo stelt de familietherapeut. “Andere kinderen kunnen het er nog met hun broers en zussen over hebben. Maar een enig kind draagt die last alleen op zich. Vaak zijn opa en oma dan de enige veilige haven.”

Grootouders moeten wel opletten dat ze geen druk gaan leggen op hun enige kleinkind, vindt orthopedagoog Beckers: “Grootouders zitten misschien heel erg op het bezoek van hun ene kleinkind te kijken, ook op momenten dat die daar niet zo’n zin in heeft. Zo zijn kinderen: het ene moment vinden ze opa en oma fantastisch en het volgende moment heel irritant. Daar moet ruimte voor zijn, ook bij een enig kleinkind.”

Vriendinnetje mee

De geruststellende woorden van beide deskundigen, stemmen me positief. Toch denk ik dat er wel degelijk nadelen zitten aan enig kleinkind zijn. Neem het gemis van neven en nichten. Zelf heb ik goede herinneringen aan logeerpartijtjes bij nichtjes vroeger. En ook op familiefeestjes waren er altijd speelkameraadjes. Mijn dochtertje is met Kerst en Sinterklaas echter het enige kind in het gezelschap. Ik vind dat soms toch een beetje zielig.

Ik sla de literatuur over enig kinderen er nog eens op na en stuit op een onderzoek uit de VS. Amerikaanse wetenschappers interviewden twintigers die waren opgegroeid als enig kind. Het grootste deel had zich in zijn jeugd niet eenzaam gevoeld. Ik trouwens ook niet. Ik had veel vriendinnen, die toen ik ouder was, zelfs mee op vakantie mochten. Hoe zit dat bij enig kleinkinderen? Beckers: “Ik geloof ook niet enig kleinkinderen sneller eenzaam zijn. Als ze genoeg vriendinnetjes heeft, dan compenseert dat tevens de afwezigheid van neven en nichten. En als je bang bent dat familiefeestje saai zijn voor haar, neem dan een keer een vriendinnetje mee.” Goede tip, al ligt dat met Sinterklaas en Kerst weer wat lastig.

Kijk, met slechts één kind in jullie midden, wel uit dat het niet over te volwassen onderwerpen gaat, waarschuwt Beckers. “Een kleuter hoeft niet alle werkperikelen van zijn moeder te weten. Voor een kind is dat vaak lastig te plaatsen, en het kan zich zorgen gaan maken. In het ergste geval kan er zelfs parentificatie optreden, een psychologisch proces waarbij het kind de verantwoordelijkheid op zich neemt voor het welbevinden van een ouder.” Zo erg is het bij ons niet, maar het is wel goed om na te denken over de onderwerpen die we bespreken. Zeker met een paar familieleden die politieke discussies niet schuwen. Misschien is klimaatverandering, en alle ellende die daarbij hoort, toch niet zo’n gezellig onderwerp voor het verjaardagsfeestje van een kleuter.

Ongedeelde herinneringen

Als ik onze familie aanschouw, met onze kleine meid in het middelpunt van de belangstelling, is er nog iets anders dat steekt. Over vijftig jaar zijn alle volwassenen er hoogstwaarschijnlijk niet meer. Maar zij als enige – hopelijk – nog wel. Ze kan dan met niemand meer praten over hoe het was vroeger, niemand die er ook bij was met Kerst en Sinterklaas. Niemand die nog mee kan lachen over dat ene geweldige sinterklaasgedicht of die mislukte kalkoen.

Ik heb het zelf nooit vervelend gevonden om enig kind te zijn, maar dit is wel een pijnpunt. Als mijn ouders zijn overleden, ben ik de enige die nog herinneringen heeft aan onze dagjes naar Noordwijk en vakanties naar Menorca. Voor mijn dochtertje geldt dat in het kwadraat. Zij heeft later ook geen nichten en neven om herinneringen mee op te halen. Daarom zit er maar één ding op: haar nu veel tijd laten doorbrengen met haar grootouders, zodat ze ze goed blijft onthouden. Inclusief alle ijsjes, stickers en onverdeelde aandacht.

Tags:


About the Author

is onafhankelijk (onderzoeks)journalist en schrijft over sociale en ecologische kwesties, zoals armoede, klimaatverandering en de keerzijde van de consumptiemaatschappij. Haar publicaties verschijnen onder meer in OneWorld, NRC en Vrij Nederland.



Comments are closed.

Back to Top ↑