Published on juni 12th, 2018 | by Irene van den Berg
0Moet duurzaam duur zijn?
Groen consumeren lijkt vooral iets van de bevoorrechte klasse, die zich biologisch vlees en fairtrade katoen kan veroorloven. Wie een uitkering heeft of schulden, kan zich die luxe niet permitteren. Toch? OneWorld sprak mensen die het tegendeel bewijzen.
In de aanbieding: magere varkenslappen voor 6,79 euro per kilo. De maatschappelijk verantwoorde consument haalt er zijn neus voor op: een kilo dierenleed en klimaatschade voor een veel te lage prijs. Dan liever biologische schouderkarbonade van 14 euro per kilo. Of nog beter: een vegetarische hamburger à 15,50 euro de kilo. Met een goedgevulde portemonnee kun je gemakkelijk voor de bewuste optie kiezen. Maar wat als je elk dubbeltje moet omdraaien?
Duurzaam is vaak duurder. Al hangt het prijsverschil in de supermarkt sterk af van het product. Biologische kip is bijvoorbeeld zo’n drie keer duurder dan niet biologische, maar er zit nauwelijks prijsverschil tussen biologische en gewone melk. Ook de prijzen van eerlijke kleding verschillen. Al moet je wel het idee loslaten dat je voor een paar euro een T-shirt kunt kopen.
Maar bewust consumeren is meer dan je boodschappentas vullen met groene producten. Het betekent ook minder kopen. En op dat punt hebben mensen met weinig geld vaak een voorsprong. Uit onderzoek van Kees Vringer, milieukundige bij het Planbureau voor de Leefomgeving, blijkt dat ons inkomen de meest bepalende factor is voor de klimaatschade die we aanrichten. Hoe minder je uitgeeft, des te minder je vervuilt. “Rijke mensen hebben grotere huizen, meer spullen en reizen vaker. Daar valt de aanschaf van een pak ecologisch wasmiddel bij in het niet”, stelt Vringer.
Hoe vervuilend we zijn, wordt volgens de berekeningen van Vringer voor 60 procent bepaald door ons inkomen. De inhoud van je portemonnee speelt voor je duurzame gedrag een veel grotere rol dan je opleiding of politieke voorkeur. Psycholoog Michiel Hobbelt, gespecialiseerd in duurzaamheid en geluk, ergert zich daarom nogal aan het geheven vingertje van de groene elite, die vaak goed in de slappe was zit. “Een rijke GroenLinks-stemmer is vaak veel vervuilender dan een arme VVD-stemmer.”
‘Een krap budget betekent soms meer gedoe’
Marieke Noort (51), uit Nijmegen, is beeldend kunstenaar en leeft op bijstandsniveau. Ze is altijd op zoek naar het groene alternatief, soms tot ergernis van haar puberzoon.
“Mijn man werkt drie dagen in de week als grafisch ontwerper, en helaas is beeldend kunstenaar zijn geen vetpot. We komen er mee uit, maar wel nèt. Ik heb er weleens genoeg van dat we elk dubbeltje moeten omdraaien. Dus de laatste tijd ben ik weer aan het solliciteren geslagen, op zoek naar een parttimebaan. Ik wil zo eerlijk mogelijk consumeren, wat inhoudt dat ik bij mijn aankopen altijd rekening probeer te houden met mensen, dieren en milieu. Zo haal ik mijn kleding van ruilfeestjes, staat er bij ons geen auto voor de deur en eet ik geen vlees. Ook met kleinere dingen is er winst te behalen. Ik gebruik bijvoorbeeld maar een half vaatwasblokje per keer en bij ons thuis staat er een emmer in de douche voor als het water nog niet warm is. Dat gebruiken we om het toilet door te spoelen. Over mijn zoektocht naar duurzame oplossingen, schrijf ik een blog: groengedoe.nl.
De term ‘groen gedoe’ komt van mijn man. Ik verwacht van mijn man en zoon namelijk dat ze meedoen. Mijn man doet dat meestal wel, soms schoorvoetend. Maar mijn zoon zet zich er, zoals het een puber betaamt, af en toe flink tegen af. Ik denk dat hij niet slechter is geworden van groen leven met een krap budget. Zo is hij in uitstekende conditie omdat hij altijd overal op de fiets naartoe moest. Al begrijp ik ook best dat je er als kind van baalt dat je ouders je niet met de auto brengen wanneer buiten de regen met bakken uit de hemel komt. Groen leven is gelukkig niet per se duurder. Sterker nog, vaak betekent groen juist minder kopen. Maar ik moet toegeven dat het soms wel meer gedoe is als je weinig te besteden hebt. Zo fiets ik alle supermarkten af voor aanbiedingen, om toch biologisch te kunnen eten.”
‘Geld staat los van mijn wil om duurzaam te leven’
Mattia Ilić (29), uit Amsterdam, is student cultureel erfgoed, leeft van zijn studiefinanciering. Hij is veganistisch en koopt weinig kleding en spullen.
Als student leef ik van mijn beurs en dus van een krap budget. Maar geld staat los van mijn wil om duurzaam te leven. Ik heb best geld om allerlei prullaria te kopen bij de Xenos. Maar behalve dat ik geen interesse heb in hebbedingetjes, is die massaproductie ook slecht voor het milieu. Ik geloof dat we grotere stappen moeten zetten om klimaatverandering te stoppen. Alleen een beetje afval scheiden is niet genoeg. Mensen doen dat vooral om een goed gevoel te krijgen, maar het zet naar mijn idee niet echt veel zoden aan de dijk. Voeding en vervoer zijn de grootste boosdoeners. Daarom ben ik veganist en doe ik alles met de fiets en het openbaar vervoer. Dat laatste is niet echt een offer; de meeste studenten hebben geen auto. Ik vind het geen probleem om met de bus naar Zuid-Frankrijk te gaan. En ja, dat is ook lekker goedkoop.
Veganist zijn vraagt wel wat meer moeite. Ik ben opgevoed met vlees, we aten het altijd thuis en ook veel. Ik heb besloten dat ik niet wil bijdragen aan de bio-industrie en het bijbehorende dierenleed. Na de dood van een goede vriend vier jaar geleden, draag ik alleen nog zwarte kleding. De eerste tijd was het een uiting van rouw, later vond ik het ook mooi aansluiten bij mijn ideeën over duurzaamheid. Zwart is een soort uniform geworden. Ik schaf maar een paar kledingstukken aan per jaar, vaak tweedehands. Ik wil niet bij de grote kledingketens kopen. Als ik ga werken, denk ik niet dat ik anders of meer ga consumeren. Ik zou wel voor duurzamere energie kiezen. Omdat ik nu een huurhuis heb met een gezamenlijk stroomplan, zit ik vast aan grijze stroom van Nuon, simpelweg omdat mijn huisbaas daarvoor heeft gekozen. Wanneer ik het zelf kan bepalen, wil ik zonnepanelen. En als dat niet gaat, in elk geval groene stroom.”
‘Mijn schulden leerden me dat ik met veel minder toe kan’
Jolanda Sijsling (51), uit Lelystad, is werkloos en heeft schulden. Door haar biologische moestuin kan ze toch lekker en duurzaam eten.
“Mijn man en ik kregen schulden toen ik acht jaar geleden mijn baan in de kinderopvang kwijtraakte. We vonden het moeilijk om over te schakelen op een lager inkomen, waardoor we het ene gat met het andere gingen vullen en we in de financiële problemen kwamen. Gelukkig lukte het om afspraken te maken met onze schuldeisers. Maar we moeten daardoor wel sober leven. Er waren weken dat we maar dertig euro hadden voor de boodschappen. Ik ben toen een moestuin begonnen op een complex met biologische tuinen hier in de buurt. Het gaf wat afleiding en zo konden we toch nog lekker en gezond eten. Die moestuin heeft ons echt gered, anders hadden we honger moeten lijden. Hierdoor kreeg ik ook meer oog voor hoe belangrijk de natuur is en dat we daar zuinig op moeten zijn. Als je schulden hebt, sta je in de overlevingsstand. Ik kan me voorstellen dat duurzaam leven dan niet je eerste prioriteit heeft. Maar door mijn moestuin kwam ik erachter dat groen en goedkoop juist vaak hand in hand gaan.
Sindsdien ben ik om. Zo zet ik de kachel een graadje lager, goed voor mijn portemonnee en het milieu. En ik neem de spullen en kleding, die ik van familie en vrienden krijg, dankbaar aan. Voor de rest koop ik zoveel mogelijk in de kringloopwinkel. Ik ben tweedehands echt gaan waarderen, niet alles hoeft nieuw te zijn. Door mijn schulden heb ik geleerd dat spullen niet gelukkig maken en ik met veel minder toe kan. Al blijft het soms wel puzzelen. Ik zou in de supermarkt graag alleen biologische producten kopen, maar dat lukt niet vanwege ons budget. Vlees eten we zoveel mogelijk biologisch, maar niet altijd. En bij groenten en fruit die ik zelf niet verbouw, let ik er in elk geval op dat ze uit het seizoen komen, en het liefst van dichtbij. Als we uit de schulden zijn, ga ik helemaal over op biologisch eten.”