AD Economie

Published on augustus 25th, 2017 | by Irene van den Berg

0

Schuldhulp bij gemeente: zaak van lange adem

De drempel om bij de gemeente om hulp aan te kloppen is voor schuldenaars vaak hoog. Zetten ze uiteindelijk toch die stap, dan hopen ze dat ze snel, vriendelijk en deskundig worden geholpen. Veel schuldenaren ervaren echter iets anders.

Als Linda Groen de keus had gehad, was ze na haar eerste ervaringen met de schuldhulp van de gemeente Heemskerk hard weg gerend. Linda en haar man raakten in de schulden toen zij ziek thuis kwam te zitten. De hoge rente voor hun tweede hypotheek, afgesloten voor een verbouwing, werd een groot probleem. Toen Groen bij de gemeente om hulp aanklopte, stelde deze twee harde eisen: ze moesten hun huis te koop zetten en hun pensioenpot afkopen. Anders geen hulp. De woning werd verkocht met een grote restschuld en hun oudedagsvoorziening ging bijna geheel in rook op door de forse afkoopboete. Gevolg: tienduizenden euro’s extra schuld. Vervolgens lukte het de gemeente niet om afspraken te maken met schuldeisers en kwam het gezin in de wettelijke schuldsanering terecht.

Groen heeft niet het gevoel dat de gemeente veel moeite heeft gedaan om hen te helpen. ,,De medewerkster was in onze ogen onervaren. Bij iedere vraag die ik stelde, moest ze het antwoord opzoeken of bij haar collega’s navragen. Ik heb voor ons gezin alles zelf moeten uitzoeken. De gemeente gaf niet aan waar wij allemaal recht op hadden, zoals speciale financiële potjes”, vertelt Groen. Achteraf kwam ze erachter dat het afkopen van de pensioenpot niet nodig was geweest. ,,Excuses zijn er nooit geweest, wel de wijzende vinger dat we maar geen schulden hadden moeten maken”, zegt Groen.

Verplicht
Het verhaal van Groen staat niet op zichzelf. De vele schuldenaren die deze krant voor deze serie sprak zijn, op enkele uitzonderingen na, behoorlijk kritisch op de schuldhulp van hun gemeente. Enkele van hun opmerkingen larderen deze tekst. Twee kritiekpunten komen telkens terug: de lange wachttijden én het gebrek aan expertise.

Gemeenten zijn sinds 2012 verplicht om schuldhulp te verlenen aan hun inwoners. Wanneer het niet meer lukt om je rekeningen te betalen, kun je er terecht voor advies en budgetbeheer. Zijn de schulden al flink opgelopen, dan moet de gemeente je helpen om een regeling met je schuldeisers te treffen. Vaak wordt er een periode van drie jaar afgesproken om – een deel van – je schulden af te lossen. Daarna ben je schuldenvrij. Dit heet minnelijke schuldhulpverlening. Lukt het niet om afspraken te maken met schuldeisers, dan is de wettelijke schuldsanering (WSNP) het laatste redmiddel. Ook dan ben je na drie jaar leven op het bestaansminimum meestal van de rode cijfers af. Om in de WSNP te komen, moet je eerst het minnelijke traject hebben doorlopen. Mensen met hoge schulden, zoals Groen, kunnen voor hulp dus niet om hun gemeente heen.

Aan de drie jaar schulden aflossen gaat vaak een lange voorbereiding vooraf. Dit wordt de stabilisatiefase genoemd. In die tijd leggen schuldhulpverleners vaak nog geen contact met schuldeisers. Die blijven dus aanmaningen sturen, waardoor de kosten verder oplopen.

Alleen al tussen de aanmelding en het intakegesprek zitten vaak enkele weken. Uitzonderingen daargelaten, zoals in sommige stadsdelen van Amsterdam waar je nog dezelfde werkweek een afspraak hebt. Het duurt nog langer als je verplicht moet meedoen aan groepsbijeenkomst of workshop. ,,Tussen de verplichte workshop en het intakegesprek zat bijna vijf maanden, terwijl ik op dat moment mijn huur niet meer kon betalen en er werd gedreigd met uitzetting”, vertelt Frederique Huigens uit Middelburg. Na de intake heeft de gemeente acht weken de tijd om te beslissen of een schuldenaar wordt toegelaten tot de schuldhulp. Hierna volgt er een periode van nog eens maximaal acht maanden waarin de gemeente samen met de schuldenaar zijn financiën op orde probeert te brengen.

Lastig
Hoe snel dat gaat, hangt volgens onderzoeker Roeland van Geuns (Hogeschool van Amsterdam) vooral af van de inspanning die de gemeente doet om de schuldenaar daarbij te helpen.
,,Als de gemeente een lijstje mee geeft met alle benodigde documenten en een telefoonnummer van een vrijwilliger, dan kan het lang gaan duren. Maar een gemeente kan ook zeggen: is het goed als een vrijwilliger je helpt bij het op orde brengen van je papieren? Zo ja, dan zorg ik ervoor dat binnen een week een vrijwilliger contact met je opneemt en langs komt”, stelt de lector Armoede Interventies aan de Hogeschool van Amsterdam.

Is de administratie uiteindelijk op orde, dan blijkt het voor de schuldhulpverleners behoorlijk lastig om een betalingsafspraak met de schuldeisers te maken. In 2016 lukte dat in slechts 41 procent van gevallen, zo blijkt uit het jaarverslag van de NVVK, de brancheorganisatie voor schuldhulpverlening. ,,Minnelijke schuldhulpverlening is niet ons meest succesvolle product”, geeft NVVK-voorzitter Marco Florijn toe. Volgens hem komt dat omdat er vaak een dwarsligger zit tussen de schuldeisers. ,,Voor minnelijke schuldsanering moet er een akkoord liggen met álle schuldeisers. Dat betekent dat als de bakker op de hoek niet meewerkt, de hele boel niet doorgaat.”

Cees Simons uit Oosterhout wijt de lage score eerder aan tijdsgebrek van de hulpverleners. ,,Ik had het gevoel dat de werkdruk veel te hoog was. Volgens mijn consulente was er geen tijd en waren er veel zieken”, vertelt hij. Simons klopte drie jaar geleden met een schuld van 50.000 euro aan bij zijn gemeente. Volgens Simons was de schuldhulpverlener zo traag dat zijn bedrijf uiteindelijk failliet ging. Hij had toen binnen 8 dagen wettelijke schuldsanering moeten aanvragen, maar dat wist hij niet. Inmiddels heeft hij een schuld van een ton.

Getraind
Ook de Nationale Ombudsman constateert dat werkdruk een probleem is bij de gemeentelijke schuldhulpverlening. ,,De toename van het aantal schuldenaren, het gebrek aan capaciteit en de grote complexiteit van de schuldproblemen hebben hun weerslag op de kwaliteit van de dienstverlening”, stelde hij vorig jaar in een kritisch rapport over gemeentelijke schuldhulp.

De negatieve ervaringen van schuldenaren zijn vaak ook het gevolg van gebrekkige communicatie vanuit de gemeente, zo stelt lector Van Geuns. ,,Schuldhulpverleners zijn niet goed getraind in gesprekstechnieken. Ze beginnen vaak een technisch gesprek over het ontstaan van de schulden, in plaats van naar het verhaal erachter te luisteren. Ook lukt het ze niet altijd om hun morele oordeel te verbergen”, weet de onderzoeker. Dat ervoer ook Frederique Huigens. ,,De eerste ambtenaar die ik tegenover me had, had totaal geen empathie. Ik had juist het gevoel dat er op me werd neergekeken. Ik heb de gemeente niet nodig om me schuldig te voelen. Ik voel me al schuldig genoeg.”

Tussen Linda Groen en de gemeente Heemskerk komt het niet meer goed. Een woordvoerder van de gemeente Heemskerk: ,,Hoewel de gemeente doorgaans niet ingaat op individuele gevallen, hechten wij er belang aan te zeggen dat we in de zaak van de familie Groen ons inziens zorgvuldig hebben gehandeld.” Die familie denkt daar in ieder geval heel anders over.


About the Author

is onafhankelijk (onderzoeks)journalist en schrijft over sociale en ecologische kwesties, zoals armoede, klimaatverandering en de keerzijde van de consumptiemaatschappij. Haar publicaties verschijnen onder meer in OneWorld, NRC en Vrij Nederland.



Comments are closed.

Back to Top ↑