Published on februari 19th, 2022 | by Irene van den Berg
0Goede doelen moeten het niet hebben van de superrijken
Nederlandse superrijken geven relatief weinig aan goede doelen. Vrijgevigheid neemt af met het stijgen van het vermogen.
Een Nederlandse variant van de Giving Pledge, daar droomde Edwin Venema van. Naar het voorbeeld van de Amerikaanse multimiljardairs Bill Gates en Warren Buffet, die in 2010 een club met die naam oprichtten om superrijken ervan te overtuigen de helft van hun vermogen te schenken aan goede doelen. Eind vorig jaar telde de club 231 superrijken. ,,Zo’n initiatief zou in Nederland zomaar een paar miljard meer voor het goede doel kunnen opleveren”, dacht filantropiedeskundige Venema. Weg met de Hollandse bescheidenheid, waarom stimuleren rijke Nederlanders elkaar niet om meer aan goede doelen te geven?
Maar het werd een ‘totale mislukking’. ,,Nederlandse rijken willen dit gewoon niet”, ontdekte Venema. Hij was hoofdredacteur van De Dikke Blauwe, een platform over filantropie, toen hij een paar jaar geleden met het initiatief begon. ,,Goed geven, doet goed navolgen. Dat was de gedachte erachter.”
Venema en zijn redactie benaderden vele superrijken, maar kregen overal nul op het rekest. Terwijl ze hun niet vroegen om de helft van hun vermogen weg te geven, maar ‘slechts’ een tiende.
Het Nederlandse calvinisme verklaart volgens Venema deels waarom niemand was te porren voor zo’n openbare belofte. ,,We hebben geen cultuur waarbij we onszelf op de borst roffelen als we aan een goed doel geven.” Maar dat was niet het enige obstakel. ,,De zwijgzaamheid kan ook komen doordat rijken gewoon niet zoveel geven. Wellicht schamen ze zich, omdat ze relatief weinig geven in verhouding tot hun inkomen.”
Scheef
Vrijgevigheid blijkt inderdaad af te nemen met het stijgen van het inkomen en het vermogen, blijkt uit onderzoek van René Bekkers, hoogleraar filantropie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De 10 procent laagste inkomens geven 1,16 procent van hun inkomen aan goede doelen; de rijkste 10 procent geeft 0,44 procent. Bij vermogens is de verhouding nog schever: Nederlanders met een vermogen tussen de 5000 en 10.000 euro schenken 1,6 procent van hun vermogen aan goede doelen. Bij miljonairs is dat minder dan 0,2 procent.
Hoogleraar filantropie Paul Smeets (Universiteit Maastricht) stelt dat de rijken de morele verantwoordelijkheid om te doneren vaak neerleggen bij mensen met nog meer geld. ,,Als je aan iemand met een half miljoen vraagt waarom hij niet méér geeft, luidt het antwoord vaak dat iemand met 2 miljoen dat maar moet doen. En die kijkt vervolgens weer naar iemand met 5 miljoen. Mensen staan er meestal niet bij stil hoe rijk ze zijn”, zegt Smeets.
Nationale zaak
Uit zijn onderzoek blijkt dat miljonairs ongeveer 8000 euro per jaar geven aan goede doelen. Is dat veel of weinig? ,,Als wetenschapper vind ik zo’n subjectieve vraag altijd lastig. Maar ik spreek geregeld over goede doelen voor vermogenden. Vaak zeggen ze zelf dat het wel wat meer zou mogen zijn. Dat zegt mij wel iets”, reageert Smeets.
Geven aan goede doelen is in Nederland een nationale zaak, stelt Venema. ,,Onze ‘Bill Gates-en’ zijn de gewone huishoudens.” Een rondgang onder de grootste Nederlandse goede doelen laat hetzelfde beeld zien: zij zijn veel afhankelijker van de grote groep gemiddelde huishoudens die doneert dan van de superrijken.
Zo ontvangt KiKa, een stichting die wetenschappelijk onderzoek naar kinderkanker financiert, jaarlijks meer dan 21 miljoen euro van particulieren. Van hun meer dan 360.000 donateurs schenken er slechts zo’n 25 meer dan 10.000 euro. ,,Van hen kennen we ongeveer de helft persoonlijk”, zegt woordvoerder Jakolien van Eijk van KiKa. Of ze een van die gulle gevers met ons in contact wil brengen? ,,Nee helaas, wij respecteren hun wens om anoniem te blijven.”
Eigen fonds
2 procent van de miljonairs geeft zijn geld niet aan een bestaand goed doel, maar richt zijn eigen fonds op, blijkt uit onderzoek van Smeets. Er bestaan bij veel vermogenden ergernissen over goede doelen, zoals het grote aantal verzoeken om extra donaties en het vermoeden dat er nogal wat aan de strijkstok blijft hangen. ,,Sommige rijken vinden het bovendien waardevol om hun kennis en kunde in te zetten bij hun filantropie en richten daarom een eigen fonds op”, stelt Smeets.
Hoeveel geld er in deze fondsen omgaat, is onduidelijk. Dat komt vooral doordat de Belastingdienst weinig rapportageverplichtingen stelt. Een voorbeeld van zo’n familiefonds is de VandenEnde Foundation van Joop van den Ende.
Smeets is niet onverdeeld enthousiast over al die eigen fondsen. ,,Samenwerkingen vergroten vaak de impact van een gift. Vermogenden zouden hun expertise ook kunnen inzetten door in de adviesraad van een bestaand goed doel te gaan zitten.”